Rijdend over een brug over de Rijn of Maas is er iedere keer weer dat onweerstaanbaar verlangen om je blik over de rivier te laten dwalen. Fascinerend, die brede stromen water met hun schepen, omzoomd door uiterwaarden met weidevogels, wilgen, maar ook steenfabrieken, veerhuizen en dijken. Marsman verwoordde het al zo mooi in zijn gedicht ‘Herinnering aan Holland’, en ik weet absoluut zeker dat de rivier dit gevoel van fascinatie bij vele, zoniet alle mensen oproept.
De Rijn en de Maas zijn met name de laatste tien jaar bij een steeds breder publiek onder de aandacht gekomen door een veelheid aan gebeurtenissen en activiteiten. De brand bij Sandoz leidde tot het Rijnactieplan met als doel een betere waterkwaliteit en de terugkeer van de zalm. ‘Plan Ooievaar’, ‘Levende Rivieren’, Groen voor grind’ en vele andere ideeën en plannen gaven een ommekeer in het denken over de natuur van de rivier. Het hoge water kort daarna gaf aan dat de rivier nog steeds grillig en gevaarlijk kan zijn. De nationale beleidslijn ‘Ruimte voor de rivier’ verscheen, gevolgd door internationale hoogwater actieplannen voor de Rijn en de Maas.
Met ons allen maken we op vele manieren gebruik van de rivieren. Voor het beheer en de inrichting van de rivieren moeten we steeds rekening houden met de samenhang tussen veiligheid, natuur, binnenvaart, landbouw, en watergebruik. Mede met het oog op onzekerheden voor de toekomst wordt meer en meer gestreefd naar een flexibel rivierbeheer, met voldoende ‘ruimte’ voor de rivierfuncties. Denk allen maar aan de bescherming tegen overstroming, ook als door klimaatverandering de rivierafvoeren zouden stijgen.
Hoogwater
Vanouds moesten de bewoners van het rivierengebied alert zijn op hun veiligheid. Afvoerpieken horen bij de rivier en hun komst vakt nooit lang van te voren te voorspellen. Door de eeuwen heen zijn de rivierdijken voortdurend verhoogd en verzwaard en tussen de dijken zijn de uiterwaarden meters opgeslibd. Nog verdere dijkverhoging is niet de aangewezen weg. Daarom wordt gezocht naar alternatieven, zoals het vergroten van de ‘sponswerking van het stroomgebied en van de bergingscapaciteit in en langs de rivier. Ruimte voor de rivier en vergroting van de ‘rek’ in het riviersysteem om hoogwaterpieken te kunnen blijven opvangen zijn de motto’s van het Nederlandse rivierbeleid.
Waterverdeling
Water vormt voor ons land niet alleen een bedreiging, we maken er ook dankbaar gebruik van. Het grootste deel van het zoetwater in Nederland wordt aangevoerd via de Rijn en de Maas. Voor de vele watergebruikers is een goede en rechtvaardige waterverdeling nodig. Dat geldt vooral tijdens droge zomermaanden, als er weinig water in de rivieren staat, terwijl de watervraag juist extra groot is.
Maaswater wordt opgeslagen in spaarbekkens in de Biesbosch om drinkwater te produceren.
Waterbalans
Nederland heeft een gematigd zeeklimaat met een regelmatige verdeling van de neerslag over het gehele jaar. Gemiddeld bedraagt de totale jaarlijkse neerslag zo’n 760 mm, wat overeenkomt met een gemiddelde waterstroom van ca. 950m3/sec. Dat is ongeveer 30 procent van de totale hoeveelheid water die Nederland binnenkomt via de rivieren. Maar liefst 65 procent van het zoete oppervlaktewater i ons land is afkomstig van de Rijn en nog eens 8 procent van de Maas. De kleinere grensoverschrijdende rivieren complementeren het beeld. De verdamping uit open water varieert van ongeveer 0mm/per dag in de winter tot 4 à 5 mm per dag in de zomer. Globaal genomen is er in de zomer een neerslagtekort en in de winter een overschot.